In België gebruiken scholen en universiteiten een schaal van 0 tot 20. Het omrekenen van percentages naar deze schaal is simpel: je deelt het percentage door 5. Hier leggen we uit hoe het werkt.
De basisformule is eenvoudig: cijfer = percentage / 5. Dit levert de volgende schaal op:
- 100% = 20/20 (uitzonderlijk, bijna nooit gegeven)
- 90% = 18/20 (uitstekend)
- 80% = 16/20 (grote onderscheiding)
- 70% = 14/20 (onderscheiding)
- 60% = 12/20 (voldoening)
- 50% = 10/20 (voldoende, geslaagd)
- 40% = 8/20 (onvoldoende)
- 30% = 6/20 (onvoldoende)
- 20% = 4/20 (zwak onvoldoende)
- 10% = 2/20 (zeer zwak)
In België is 10/20 (50%) de slaaggrens. Cijfers boven 16/20 zijn zeldzaam en boven 18/20 zeer uitzonderlijk.
Om een percentage naar een cijfer op 20 om te rekenen:
Cijfer = Percentage / 5
Voorbeeld: Je scoort 75% op een toets. Je cijfer is: 75 / 5 = 15/20 (onderscheiding)
In België ligt de slaaggrens op 50%, wat overeenkomt met 10/20. Dit is anders dan in Nederland waar 55% vaak vereist is.
Als je 48% scoort, haal je 9,6/20 wat wordt afgerond naar 10/20 - maar let op: sommige docenten ronden pas af bij het eindcijfer.
Tip: Vraag altijd aan je docent hoe er wordt afgerond. Dit kan per vak of school verschillen.
Scholen kunnen kleine variaties hanteren:
- Sommige scholen geven halve punten (bijv. 13,5/20)
- Andere scholen ronden altijd af naar hele punten
- Bij examens kunnen andere regels gelden dan bij dagelijkse toetsen
Wil je je gemiddelde berekenen op basis van meerdere cijfers? Gebruik onze calculator om snel je gewogen gemiddelde te bepalen.